Categorieën
Actueel Media

Met het Oog op Morgen

12 mei 2010. Die datum beheerst het leven van Marieke Poelmann. Op die dag verongelukte Vlucht 771 van Afriqiyah Airways in Tripoli, Libië. Haar ouders waren aan boord en kwamen om het leven. Vanavond is ze te gast. 

Luister hier de uitzending terug.

Categorieën
Actueel Media

LINDA.nl

Marieke (32) verloor ouders door vliegramp Tripoli: ‘na 10 jaar krijgt verdriet een andere dimensie’.

Vandaag is het tien jaar geleden dat de vliegramp in Tripoli plaatsvond. Marieke Poelmann verloor op 22-jarige leeftijd haar vader en moeder.

Een decennium later geeft ze een inkijkje in haar leven en vertelt ze hoe het is om volwassen te worden zonder ouders.

Tripoli

Alleen de negenjarige Ruben overleefde de vliegramp in Tripoli, waarbij het vliegtuig neerstortte door een mislukte doorstart. Van de 103 overledenen kwamen 71 mensen uit Nederland, waaronder Adri en Peter: Mariekes ouders.

Een officiële herdenking is niet mogelijk door de coronacrisis, maar er is een mooi alternatief opgezet. Nabestaanden mogen tekeningen, briefjes en bloemen opsturen naar Stichting Vliegramp Tripoli. Zij plaatsen dit bij het monument in Nieuwegein, waar ook de namen van de slachtoffers opgelezen worden. Dit zal te volgen zijn via een videostream. Poelmann: “Het liefst zou ik ook met mijn broers en vrienden van mijn ouders naar hun graf gaan voor een eigen herdenking, maar dat is niet mogelijk. Ik vind de stream daarom een goede oplossing, de stichting geeft deze dag zo toch een mooie invulling.”

Verwerking

Nu er een decennium op zit, merkt Poelmann dat haar verdriet een transformatie heeft doorgemaakt. In het begin was alles heel scherp en voelde de pijn als een open wond. “Alles herinnerde me aan mijn ouders. Een jaar of twee na de ramp was ik dat zó zat. Ik wilde niet verdrietig zijn en overal continu aan herinnerd worden, dus vertrok ik naar New York voor een nieuwe start. Al vrij snel kwam ik erachter dat al mijn problemen gewoon meereisden, dus toen ik terugkwam begon ik met het schrijven van een boek.”

Door het schrijven van Alles om jullie heen is er nog (2015) beleefde Poelmann alles weer van begin tot eind, maar dit bleek de sleutel tot verwerking. “Op het moment dat je je ouders verliest voel je je machteloos, alle controle is weg. Je moet het er maar gewoon mee doen. Door het schrijven doorleefde ik al die ervaringen en emoties nog een keer, maar wél in mijn eigen woorden. Ik kreeg het gevoel van controle weer terug.”

Mensen die ook kampten met verlies reageerden op haar verhaal en vertelden dat ze zich getroost voelden door haar ervaringen. Poelmann: “Dat hielp ontzettend. De ramp is nooit ergens goed voor geweest, maar het verdriet en de pijn zijn daardoor minder nutteloos geworden.”

Kinderloos

De laatste vijf jaar neemt het gemis een andere vorm aan. Poelmann is eraan gewend geraakt dat haar ouders er niet meer zijn, maar de pijn raakt haar nu op een andere manier. “De laatste jaren heb ik mijn ‘grotemensenleven’ opgebouwd. Ik ben afgestudeerd, getrouwd en heb een huis gekocht. Om me heen regent het nu baby’s, iedereen start een eigen gezin. Die intentie had ik ook, maar dat is tot op heden nog niet gebeurd. Dan wordt het heel duidelijk: door het verlies van mijn ouders zit er niets vóór me, maar nu komt er misschien ook niets ná mij. Dat vind ik moeilijk. Ik sta alleen, als een generatie op zichzelf.”

De angst dat ze misschien zonder kinderen door het leven moet, maakt het gemis van haar ouders groter. “Het is confronterend om te zien hoe erg grootouders betrokken zijn bij kinderen van onze vrienden. Onze kinderwens is niet hopeloos: we krijgen medische hulp, dus misschien lukt het nog. We tellen hoe dan ook onze zegeningen, want we hebben elkaar en samen een heel fijn leven. Maar ik zou wel heel graag willen doorgeven wat ik van mijn ouders heb meegekregen.”

Blijf betrokken

Poelmanns ervaringen zijn uniek, maar omgaan met rouw en verlies is universeel.  Ze geeft daarom een advies mee aan mensen die dicht bij iemand in rouw staan: “Bij twijfel: laat altijd iets van je horen. Denk niet ‘ik vind het moeilijk, ik doe niets’, want dat is het pijnlijkst. Het is altijd beter om iets te zeggen, benoem gewoon dat je het lastig vindt. Dat is helemaal niet erg. Berichten van medeleven, op wat voor manier dan ook, bieden in zo’n periode troost.”

Wat Poelmann nog goed bij staat is dat ze berichten uit onverwachte hoek kreeg na het overlijden van haar ouders. “Kennissen stuurden mailtjes of brieven waarin ze vertelden hoe ze mijn ouders kenden. Soms met een anekdote, de andere keer deelden ze wat mijn ouders voor hen betekenden. Daardoor krijg je een stukje van je ouders terug waarvan je dacht dat het voor altijd kwijt was.”

Categorieën
Actueel Media Uitgelicht

NRC Handelsblad

Is er geen voor én geen na?

Bij de vliegramp van Tripoli, deze week tien jaar geleden, verloor Marieke Poelmann haar beide ouders. Nu was ze klaar om zelf ouder te worden. Maar misschien gebeurt dat niet.

‘Marieke, er is een vliegtuig neergestort in Tripoli. Ik denk dat papa en mama erin zaten.” Met deze woorden eindigde tien jaar geleden mijn leven als onbezorgde 22-jarige student. Samen met 69 andere Nederlanders verongelukten mijn ouders op de terugweg van een rondreis door Zuid-Afrika. De tussenstop in Libië werd iedereen fataal, op één jongetje na. Vakantiefoto’s, koffers en verhalen strandden in het woestijnzand naast de landingsbaan. 

Het eerste jaar na de ramp was een overlevingsslag, de dagen voortgestuwd door moeten in plaats van willen. Na identificatie, repatriëring, een begrafenis, een bezoek aan de rampplek en een herdenking, werd het stil. Toen begon de echte rouw, vanaf dat moment was het aan mij. 

Die eerste tijd had ik het idee dat het niet uitmaakte wat ik deed, dat ik nergens iets over te zeggen had. Vanuit de aanname dat je een speelbal van het lot bent, is het eenvoudig om weg te glijden in slachtofferschap. Dat wilde ik niet, dus koos ik ervoor te rouwen door het verdriet en de gebeurtenissen rondom de ramp actief op te zoeken. Ik gaf woorden aan mijn verdriet en schreef een boek over de nasleep van de ramp. Daarmee eigende ik mij toe wat mij was overkomen en ging ik niet langer onder het gebeurde gebukt, maar werd ik nabestaande in de letterlijke zin van het woord: ik bestond, na en met dit alles.

Door te delen wat ik had meegemaakt, werd het verlies van mijn ouders ook minder zinloos. Mensen zeiden zich te herkennen in mijn verhaal en deelden op hun beurt hun verhalen met mij. Ik leerde dat ik niet alleen was. De manier waarop ik mijn ouders verloor, is uitzonderlijk, maar de uitkomst niet: vroeg of laat krijgt bijna iedereen ermee te maken. Wat ik tien jaar geleden voor onmogelijk hield, werd werkelijkheid: het grootste gedeelte van de tijd sta ik niet meer actief stil bij hun dood. Hoewel dat niet afdoet aan het gemis, het komt nog altijd op onverwachte momenten boven.

De wieg wacht

De laatste paar jaar maakt mijn rouw een verandering door. Ik heb mijn volwassen leven op de rit gekregen zonder de hulp van mijn ouders. Ik ben getrouwd en heb een nieuw thuis gecreëerd. Ik leef met het gemis en ben het verlies te boven gekomen: de eerste maanden die voelden als tien jaar en de laatste tien jaar die ongemerkt een tijdperk vormen. Ik ben er klaar voor om van rol te wisselen: van kind naar ouder. Op zolder staat een lege wieg. Ik heb er zelf nog in gelegen. De wieg wacht, net als de kleertjes die mijn moeder voor mij bewaarde.

Wat ik op mijn 22ste al wist, wordt op mijn 32ste opnieuw duidelijk: niemand houdt de score bij hoeveel leed of verdriet je ten deel valt. Door de heftigheid van wat ik meemaakte, had ik de neiging te denken dat dit verlies mij ter compensatie op een bepaalde manier zou behoeden voor andere grote tegenslagen. 

Maar ouderloosheid is geen ticket om onder kinderloosheid uit te komen. Het een zet het ander juist zwaarder aan. Soms vraag ik me af of mijn moeder met mij mee was gegaan naar de talloze ziekenhuisbezoeken. Of ze me had geholpen bij de eerste injectie, ik haar zou bellen na weer een mislukte poging. Ik beeld me graag in dat het zo zou zijn.

„Dubbele ontworteling”, noemt fertiliteitscounselor en psychotherapeut Marja Visser het gevoel waar ik de laatste jaren mee kamp. „Je ouders verliezen gaat diep, maar als het leven na jou mogelijk ook nog stopt dan is dat dubbelop verlies – en kun je te maken krijgen met een existentiële eenzaamheid.” 

Visser vindt het logisch dat het gemis van een nog ongeboren kind de verlieservaring van overleden ouders verdiept. „Als de dreiging groter wordt dat het niet zal gaan lukken om kinderen te krijgen, ga je des te meer voelen dat je alleen staat. En dat raakt aan de pijn van het verlies van je ouders.”

Kun je dan ook rouwen om iemand die er nog niet is? Het tot nu toe uitblijven van een zwangerschap maakt het gemis van twee ouders op een nieuwe manier voelbaar. Het vertrouwen in de komst van een kind wordt op de proef gesteld door wat ik heb meegemaakt. Ik ben bang dat het verlies zich herhaalt, het is immers al een keer gebeurd. Er is niets meer vóór mij, wat als er ook niets na mij zal zijn? Dan sta ik als één generatie op een eiland in de tijd.

Een zwerm spreeuwen

„Je hangt als het ware los in je leven”, zegt Visser. Om opnieuw te wortelen, zal ik op een nieuwe manier zin en betekenis aan het leven moeten geven. Maar hoe doe je dat? 

Ik leg de kwestie voor aan socioloog Bart van Heerikhuizen. Van Heerikhuizen houdt zich onder andere bezig met de vraag of er enig soelaas bestaat tegen het idee er ooit niet meer te zijn. Hij denkt van wel. „Ik weet mij opgenomen in een zwerm spreeuwen, die was er al voordat ik er was en die zal er ook zijn na mij.” 

Hij baseert zich op een studie van de Franse socioloog Émile Durkheim (1858-1917). Die zei: „Ooit was ik er niet, maar de mensheid was er wel. Ooit zal ik er niet meer zijn, maar de mensheid zal er zijn.” Van Heerikhuizen noemt het een troostrijk idee dat we allemaal schakels zijn in een lange keten van honderdduizenden jaren aan interdependenties: we zijn altijd verbonden met anderen, in ruimte en in tijd.

Stemmen in mijn geheugen

Of ik daar troost uit kan halen – ik weet het niet zo goed. Het plaatst mijn situatie wel in een groter perspectief – en daagt me uit om verder te kijken dan de muren van mijn eigen beleving.

Marja Visser heeft een meer praktische benadering van het vraagstuk waar ik mee worstel. „Als je je ouders verliest, is de vraag: wat is de betekenis van mijn leven? Als je geen kinderen kunt krijgen, dient dezelfde vraag zich aan.” Dubbelop dus, dat vraagt bewuste aandacht: de tijd nemen om erbij stil te staan. 

Mensen om me heen, maar ook artsen, zeggen vaak: kijk naar wat er wel is en ga door. Die neiging heb ik ook, temeer daar mijn ouders er op een bepaalde manier nog wel zijn: hun stemmen in mijn geheugen voorzien me soms nog steeds van raad. En misschien lukt het nooit om kinderen te krijgen, maar ik heb de man van mijn leven aan mijn zijde. Er is niemand met wie ik liever op dit eiland in de tijd zou willen staan. Een eiland zonder voor en na, maar des te meer nu. 

Visser raadt aan de tijd te nemen. „Kijken naar wat je wel hebt is belangrijk”, zegt ze, „maar als je niet eerst naar beneden durft te gaan, naar de bodem van wat je voelt, en in plaats daarvan probeert eroverheen te springen, dan kun je vervolgens niet goed opstaan.”

Dus net als bij het verlies van mijn ouders, vraagt ook dit nieuwe grote thema in mijn leven aandacht. „Wanneer je ten volle beleeft en voelt wat er niet is, zul je natuurlijkerwijs weer oog krijgen voor wat er wel is. Je ziet het bij jonge kinderen: die vallen en schrikken van de pijn. Als daar even gezonde aandacht voor is met een kus op de zere plek, dan gaat het kind vervolgens vanzelf weer spelen.” 

Een versie van dit artikel verscheen in NRC Handelsblad van 11 mei 2020.

Categorieën
Actueel Blog

Open straat

“Hey pikkemans!”

Ze zegt het lieflijk, vol overgave en knielt neer bij de hond. Een boxer, of een bulldog. Laten we het een bullbox noemen. Het kind aan haar hand kijkt verveeld de andere kant op. De eigenaar van de bullbox vraagt of het in haar tuin was. “In mijn tuin ja.”

Verderop zit een vrouw in een kleine rode auto. Hij staat scheef geparkeerd. Ze hangt laveloos op de bestuurdersplek. De deuren van de auto zijn open. Achter en naast de vrouw spelen twee kinderen met de bijrijdersstoel. De legging van de vrouw lubbert om haar benen, een strak t-shirt met zilveren opdruk omsluit het hangende vel van haar buik. Wild schiet een van de kinderen uit. De vrouw stoot onverstaanbare kreten tegen hen uit, klanken als dierlijk gejodel.

“Pieterburen”, schatert Ruud.

Ruud kan alles zeggen, Ruud is hier geboren. Sinds de straat open is, lijken de mensen dat ook. Ruud staat nog vaker op de hoek dan anders. “Het lijkt hier Aleppo wel!” Ik heb het hem sinds de werkzaamheden vaak horen zeggen, zijn schaterlach reikt tot aan mijn woonkamer. Ruud zegt dat het junken zijn, daar op de hoek. Junken zonder ‘dj’, gewoon met een ‘j’. De vrouw is doof en een van haar kinderen is al bij haar weggehaald. Ruud heeft voor iedereen een bijnaam. “Voor jou niet schat, voor jou heb ik teveel respect.”

In mijn studeerkamer ruikt het naar de rook van de onderbuurvrouw. Ik heb het haar nooit durven zeggen, ze neemt altijd mijn pakketjes aan. Het linkerraam staat alle seizoenen open. Ik heb de verhuisdozen opgestapeld, het wordt steeds krapper. Als iemand zijn stem verheft, resoneren de snaren in de piano. De piano, want hij is nog steeds niet van mij. De kat kwam erbij en ik had weer een thuis. Mijn Man kwam erbij en ik kreeg een nieuw begin. Het is alsof de straat met het openhalen van haar stenen zegt: “ga maar, het is goed zo.” In dit huis is gevochten in stilte en hardop gehuild. Hier is getierd en gegierd, geschreven, geslapen, gelukzalig geleefd. Het wordt tijd, ik groei eruit.

De piano kwam als eerste en gaat als laatste. Door het raam met een takel, op wieltjes in een vrachtwagen. Een speciaal bedrijf om het dierbaarste te vervoeren. Nog 2,5 week, meer dan tien jaar. Amsterdammer, officieel ben ik het nu ook. Bijna elf zelfs, maar ik ga weg. Weg naar daar waar de zon als laatste ondergaat.

 

 

Categorieën
Actueel Media Uitgelicht

TEDxUtrecht

Bekijk hier de TED-talk.

In 2010 Marieke Poelmann, 22 at the time, suddenly lost her parents as a result of a plane crash. It took her several years to see that bad things in life do not necessarily have to define you. In her talk she discusses her loss and how she learned to cope with it, and as a result came out a stronger person.

Marieke Poelmann wrote a book about losing her parents in the airplane crash in Tripoli in 2010. “It took me several years to see that bad things in life don’t necessarily define you as a person. When I suddenly lost both of my parents at 22, I thought my life was over too. Finally, I realized that there is one part of them I could never loose: the part that is in me. Slowly I got back onto my own two feet, gained strength and became an adult. In this process, against all my expectations, good things started happening again. I got to be who I wanted to be. It brought me far beyond anything I had ever imagined.” Poelmann is a writer and a freelance journalist. She studied Media and Journalism at the University of Amsterdam and worked as a producer for the Dutch news and current affairs program ‘Nieuwsuur’ in New York. Currently she is writing her second book, a fiction novel.

Marieke Poelmann

Ik ben schrijver, journalist en (TEDx) spreker. In 2015 verscheen mijn debuut ‘Alles om jullie heen is er nog’ bij De Bezige Bij, over het verlies van mijn ouders bij de vliegramp in Tripoli. In 2022 bracht ik ’Een eiland in de tijd’ uit bij Prometheus: een zoektocht naar de betekenis van het leven zonder ouders en zonder kinderen, waarin de impact van vruchtbaarheidsproblemen centraal staat. 

Ik schrijf en spreek over moeilijke onderwerpen als rouw, verlies en fertiliteitsproblemen omdat ik hoop het taboe erop te doorbreken zodat anderen zich minder alleen voelen dan ik soms doe.

Daarnaast ben ik professioneel kattenliefhebber; in juni 2020 kwam mijn eerste kinderboek uit bij Kluitman. ‘Ava en het gesponnen poezenweb’ gaat over hoe katten het internet hebben uitgevonden voor hun eigen populariteit. Mijn eigen kat Lola wandelde tijdens het schrijven regelmatig over mijn toetsenbord.  

Als freelance journalist en allround tekstschrijver werk ik voor dagbladen, tijdschriften en uiteenlopende bedrijven. Als spreker ben ik te boeken via De Schrijverscentrale.

Foto: Ilja Keizer

Contact

mail@mariekepoelmann.nl

Lauriergracht 116C
1016 RR Amsterdam

Categorieën
Actueel Media

Zwaailicht

Het is 12 mei 2010 wanneer in Tripoli, Libië, een vliegtuig van Afriqiyah Airways neerstort met daarin 104 inzittenden, waaronder 71 Nederlanders. Ook de ouders van Marieke Poelmann, Peter en Adri, zitten in het vliegtuig. Op één jongen na, overleeft niemand de ramp.

In deze aflevering van Zwaailicht praat presentator Wilfred Kemp met Marieke Poelmann over die onbeschrijfelijke dag waarop ze te horen kreeg dat haar ouders allebei waren omgekomen. Ze schreef daarover het boek ‘Alles om jullie heen is er nog’. Ook goede vrienden Johan en Marian Huitema halen herinneringen op. Assalina Hamming is vrijwilliger bij Slachtofferhulp en vertelt hoe ze Marieke en haar twee broers bijstond. Hoe ga je verder na zo’n ingrijpend verlies? Tenslotte komen de familieleden en vrienden, vijf jaar later, weer samen in de Dominicanenkerk in Zwolle om Peter en Adri te herdenken.

Bekijk de uitzending hier

Categorieën
Actueel Artikelen

NRC: Kijk verder dan de tranen

Vandaag wordt de ramp met de MH17 herdacht. Veel Nederlanders zijn door de ramp geconfronteerd met rouw. Maar hoe kun je als omgeving het beste omgaan met nabestaanden? Marieke Poelmann schreef een handleiding in zeven stappen.

Door: MARIEKE POELMANN

Vandaag is het een jaar geleden dat vlucht MH17 van Malaysia Airlines werd neergehaald boven Oekraïne. De 196 omgekomen Nederlanders laten door het hele land ouders, kinderen, broers, zussen, grootouders, vrienden, buren en collega’s achter. Voor nabestaanden is het gemis er niet alleen vandaag, maar elke dag van het jaar. Hoe kan de omgeving van een nabestaande daar het beste mee omgaan? Voor rouw bestaat geen recept, maar voor medeleven misschien wel. Een korte ‘rouwhandleiding’, in zeven stappen.

1. Besef dat rouw niet zomaar over is

Aan rouw zit geen houdbaarheidsdatum. Het gemis gaat nooit meer over, want de overledene komt nooit meer terug. Verdriet sluimert, verstopt zich soms voor korte tijd, maar komt op onverwachte momenten weer terug. Net als je denkt dat het wel weer gaat. Dat proces is verwarrend en kan jaren duren. Voor nabestaanden kan het erg pijnlijk zijn als iemand uit de omgeving zegt: ‘het zal nu wel weer gaan’, of ‘het leven gaat door’. Besef dat als iemands ouders overlijden, ook zijn of haar leven als kind sterft.

2. Deel je herinneringen

Gelukkig zijn er een heleboel dingen die je wél kunt doen als iemand een dierbare verliest. Het delen van je herinneringen aan de overledene bijvoorbeeld. Een brief, kaart of verhaal uit onverwachte hoek waarin iemand vertelt hoe ze naast jouw moeder in de klas zat of wat voor streken je vader uithaalde in zijn studententijd, helpt enorm. Wanneer je met de nabestaanden je herinneringen aan de overledene(n) deelt, geef je hen namelijk een klein stukje terug van de persoon die ze zijn verloren. Een stukje dat ze misschien nog niet kenden.

3. Ontloop een nabestaande niet

Iemand die rouwt, bijt niet. Sommige mensen vinden het moeilijk om een nabestaande te benaderen. Ze zijn bang om iets verkeerds te zeggen, of vinden het (onbewust) een eng idee dat de dood zo dichtbij komt. Maar helemaal niets zeggen is veel erger dan iets verkeerds zeggen. Praten over de overledene is de enige manier waarop je iemand levend kunt houden. En praten met een nabestaande maakt dat zware rouwproces een beetje minder eenzaam. Dat is belangrijk; rouwen doe je namelijk alleen, maar herdenken en meeleven doe je met elkaar. Weet je niet zo goed wat je moet zeggen? Zeg dan: ‘ik ken je niet zo goed maar ik heb het gehoord en ik vind het heel erg en het houdt me bezig, hoe gaat het met je?’. Ontloop iemand niet. Het contrast met de ‘gewone wereld’ waar niets mee aan de hand lijkt, is groot voor iemand die rouwt. Als je diegene vermijdt, wordt dat contrast steeds groter. Spreek desnoods uit dat je niet goed weet wat je moet zeggen. ‘Er zijn geen woorden voor’, wordt vaak gezegd. Maar die zijn er wel degelijk. Je hoeft geen complete toespraak te houden. Zeggen dat je aan iemand denkt, is vaak al voldoende.

Verder lezen?

Categorieën
Actueel Media

TROUW

Wat kinderen doormaken als ze hun ouders verliezen. Vliegramp bij Tripoli (2010) trof Marieke Poelmann

“Wat gebeurt er eigenlijk met mij als jullie doodgaan?” Journaliste Marieke Poelmann (1988) was nog maar een kind toen ze dit op een avond aan tafel vroeg. “We hadden onze vla bijna op. Los van het getik van lepels in bakjes was het stil aan tafel.” Haar ouders schoven wat ongemakkelijk op hun stoelen heen en weer en zelfs haar broers Boris en Sándor hielden eindelijk hun mond. “Mama en ik hebben een testament opgesteld, bij notaris Jissing. Daar staat alles in.” De kleine Marieke knikte begrijpend, alsof ze om de haverklap aktes doornam, statutenwijzigingen doorvoerde en nalatenschappen opstelde. Maar het ging haar om iets anders: “Wie zorgt er dan voor míj?”

De Poelmannen waren een doorsneegezin. Vader Poelmann werkte als belastingadviseur, moeder Poelmann-Staal was lerares van groep 4 op de basisschool van Luttenberg. Een stel dat in een mooi huis in Zwolle woonde, de maaltijd besloot met een bakje vla, en trouw ieder jaar Sinterklaas vierde met de drie kinderen.

Maar op 5 december 2010 worden de cadeautjes zonder de ouders uitgepakt. Een half jaar eerder is het echtpaar niet teruggekeerd van een groepsrondreis in Zuid-Afrika. Ze zijn verongelukt bij de vliegramp bij het Libische Tripoli. Als alle gedichten zijn voorgelezen en de surprises zijn uitgepakt, is het twintiger Marieke die opmerkt dat ze het fijn vindt ‘dat iedereen de verleiding heeft kunnen weerstaan om een vliegtuigwrak te knutselen’.

Galgenhumor als overlevingsstrategie. In het indringende ‘Alles om jullie heen is er nog. Het verhaal van een nabestaande’ is het niet de laatste keer dat Marieke Poelmann zich met een dosis zwarte spitsvondigheden door het leven probeert te slaan. Vaker laat ze zich meeslepen door haar verdriet en flirt ze zelf met de dood.

Verder lezen?

Categorieën
Actueel Media

VIVA

In mijn nachtmerries zie ik ze weer in dat vliegtuig zitten

Door: ANNEMARIE VAN LOOIJ

De ouders van Marieke Poelmann (27) vertrokken vijf jaar geleden op een droomreis naar Zuid-Afrika. Op de terugweg crashte hun vliegtuig bij Tripoli. Marieke schreef er het boek ‘Alles om jullie heen is er nog’ over.

“Vorig jaar. Ik ben op fietsvakantie met mijn vriend. We fietsen van Amsterdam naar Berlijn en als we bij een camping aankomen, zet ik mijn telefoon aan. Gemiste oproepen. WhatsApp-jes. ‘Ik denk aan je meis!’ ‘Wat zal dit een moeilijk moment voor je zijn.’ Ik heb geen idee wat er aan de hand is en krijg een onbestemd gevoel. Het is 17 juli 2014. In Oekraïne is een vliegtuig neergestort. Een vliegtuig vol Nederlanders. Het is alsof ik vijf jaar terug in de tijd geslingerd word. Als ik het nieuws teruglees op mijn telefoon, zeg ik tegen mijn vriend dat ik het gevoel heb dat ik iemand aan boord ken. Hoe groot is de kans?”

In VIVA 28, 8 t/m 14 juli

Categorieën
Actueel Media

EenVandaag Radio

Deze maand is het alweer een jaar geleden dat op 17 juli vlucht MH17 in de Oekraïne werd neergeschoten. In totaal kwamen 298 mensen om, onder wie 196 Nederlanders.

Deze week blikken we bij Radio EenVandaag terug op de fatale vliegramp: nabestaanden pakken de draad langzaam weer op, maar worden nog regelmatig geconfronteerd met berichtgeving over de MH17.

Op 17 juli is er een herdenking in Nieuwegein voor de nabestaanden, een van de sprekers tijdens deze bijeenkomst is 27-jarige Marieke Poelmann. Zij verloor haar ouders bij de Tripoli ramp in 2010 en heeft daar een boek over geschreven ‘Alles om jullie heen is er nog.’ In Radio EenVandaag een gesprek met Poelmann over wat zij heeft meegemaakt.

Beluister hier het interview

Categorieën
Actueel Media Uitgelicht

JAN Magazine

LEVENSVERHAAL

Ruim vijf jaar geleden verliest Marieke Poelmann (27) haar beide ouders bij de vliegramp in Tripoli. De eerste weken is het verdriet te groot om erbij te kunnen. Toch zit ze vijf dagen na de begrafenis zelf weer in het vliegtuig. ‘Je bent altijd sterker dan je denkt.’

Interview: Nienke Pleysier
Fotografie: Brenda van Leeuwen
Visagie: Ronald Huisinga

In het julinummer uit 2015 van JAN Magazine.

Categorieën
Actueel Artikelen

Je kunt nooit meer ongestraft onredelijk zijn

Laatste deel in een korte serie over hoe jongeren omgaan met rouw en verlies. Vandaag: Jojanneke van den Bosch. Zij verloor beide ouders. „De omgeving kan een stukje van de rol van ouders overnemen. Niets doen is in elk geval nooit goed.”

Door: MARIEKE POELMANN

Hoe is het om jong je ouders te verliezen en hoe kan de omgeving van een wees daar het beste mee omgaan? Communicatiedeskundige Jojanneke van den Bosch (39) geeft antwoorden op vragen als deze, vragen die mensen vaak niet durven te stellen. Want de dood is nog steeds taboe. Met haar website weeswijzer.nu en haar boek Zo, nu ben je wees wil Van den Bosch haar eigen ervaringen als weeskind gebruiken om anderen te helpen. Ze verloor haar vader en moeder vijf maanden na elkaar en kwam er op haar veertiende samen met haar zus alleen voor te staan.

„Weeskinderen vallen niet op in onze maatschappij omdat we een geconditioneerd beeld hebben bij een weeskind. Mensen denken aan Oliver Twist, Annie of Harry Potter. Iemand die heel zielig of heel stoer is. Bovendien is het vaak een taboe. Niet omdat weeskinderen zelf een taboe zijn, maar sterfelijkheid is dat wel. Als je hoort van je kind dat de moeder van een klasgenoot is overleden, denk je: verdorie, dat had ik kunnen zijn.”

Ik wil dat mensen weten hoeveel kinderen hun ouders verliezen in Nederland. Die cijfers heb ik zelf uitgerekend, het CBS had er nooit onderzoek naar gedaan. Later zagen ze daar blijkbaar toch aanleiding toe: in 2013 publiceerde het CBS dat er 34.000 wezen (beide ouders overleden) en halfwezen (één ouder overleden) onder de 18 jaar zijn in Nederland. Elk jaar komen daar volgens het CBS 6.000 (half)wezen bij. Maar als je 20 bent, ben je eigenlijk ook nog een kind. Wanneer je tot 23 jaar erbij rekent, komt er nog een kwart bij.

Verder lezen?