Categorieën
Actueel Artikelen

Analoge liefde

Toevallig een match tegen het lijf lopen

OFFLINE DATEN: Hoe word je in tijden van online daten nog verliefd op iemand tijdens een toevallige ontmoeting? En is het de moeite waard om daarvoor open te staan? „Een onverwachte gebeurtenis zet je ziel weer even op een kier.”

Door: MARIEKE POELMANN

‘Ik weet nog dat ik die ochtend wat ex- tra mascara opdeed en mijn vriendin tegen mij zei: wat ben jij allemaal van plan in dat vliegtuig?!” zegt Els Knaapen. „Ik had gelogeerd in Portugal en keerde alleen huiswaarts. In de rij voor het inchecken draaide ik me om en keek ik in de ogen van een lange blonde jongen met krullen. Geen Portugees, dat moest een Nederlander zijn. In de vertrekhal hield ik hem van een afstandje in de gaten tot hij vlakbij me kwam zitten. Ik maakte me stilletjes zorgen om de geur van de boterham met leverworst die ik kort daarvoor had gegeten.

„We mochten zelf naar het vliegtuig wandelen, ik haalde hem subtiel in zodat ik voor hem op de trap belandde. We hadden vrije plaats- keuze, ik vond als eerste een plekje zodat het aan hem was of hij naast me kwam zitten. Dat deed hij. Het duurde even voor we opstegen. De stewardess telde voor de derde keer alle passagiers en ik besloot het ijs met mijn buur- man te breken door haar telvaardigheden ter discussie te stellen. Hij lachte. Niels heette hij, geen Nederlander maar een Vlaming. We begonnen te praten en hielden daar pas mee op toen het vliegtuig aan de grond stond.”

Het aantal stellen dat elkaar online tegenkomt groeit sterk. In 2003 kende slechts 1,7 procent van de samenwonende stellen elkaar via internet, tien jaar later was dit gestegen naar 13 procent. In 2017 maakte ruim een derde van de 2,7 miljoen vrijgezellen in Nederland gebruik van datingapps, blijkt uit cijfers van het CBS. En in 2015 waren er al meer dan 1,5 miljoen Nederlanders op Tinder te vinden.

Kun je in tijden van swipen, keuren en eindeloze virtuele keuze nog wel verliefd worden op iemand die op een onverwachte plek gewoon voor je neus verschijnt? Wat is daarvoor nodig en waarom is het de moeite waard om er moei- te voor te doen?

Afgevallen sociale maskers

Volgens psycholoog en schrijver Marcelino Lopez kan dat zeker en is de ontmoeting die Els Knaapen in het vliegtuig had minder toevallig dan die misschien lijkt. Lopez schreef de boeken Liefde in tijden van Facebook (2013) en Liefdesgedoe (2018). „De ontvankelijkheid voor liefde wordt groter als je iets doet dat buiten je comfortzone ligt”, stelt hij. Alleen reizen is daar een goed voorbeeld van volgens Lopez.„ Op het moment dat je een beetje kwetsbaar en uit evenwicht bent, ben je afhankelijker van anderen en sta je ook meer voor ze open. Moderne mensen willen graag onafhankelijk zijn, maar voor de liefde is dat helemaal niet zo goed.” De kracht van real life ontmoetingen, vooral als ze in een bijzondere situatie plaatsvinden, is dat ze een bijzondere connectie kunnen stimuleren, zegt Lopez. Samen vastzitten in een lift, tegen elkaar opbotsen, samenwerken aan een moeilijk project; het zijn momenten waarop sociale maskers afvallen en iemands ware aard eventjes bovenkomt. Dat schept een band.

Volgens Lopez biedt het dagelijkse leven genoeg kansen voor dit soort ‘echte’ ontmoetingen en diepere connecties, maar moet er vaak iets raars of opvallends gebeuren om het ijs te breken. „De meeste mensen zijn gefocust op hun agenda, leven op de automatische piloot en zijn niet zo ontvankelijk voor de verrassingen die het leven biedt. Een onverwachte, onalledaagse gebeurtenis zet je ziel weer even op een kier.” Wetenschapsjournalist Mark Mieras bevestigt dat in zijn boek Liefde (2010). Tijdens een nieuwe of onzekere levensfase, zoals bij een verhuizing of een nieuwe baan, zijn men- sen eerder geneigd een nieuwe relatie aan te gaan.

Dat gold ook voor Jeannie Rahman. „Ik had net een aantal maanden in New York doorgebracht toen ik terug naar Amsterdam verhuisde”, vertelt Rahman. „Ik kwam in een kleine studio te wonen zonder wasmachine. Elke week bracht ik een grote tas met was naar een wasserette, net als in New York. Ik maakte graag een praatje en al snel kende ik iedereen. Een van de medewerkers viel op. Een hele aan- trekkelijke man, maar niet mijn type. Er was destijds veel onrust in mijn leven. Ik was niet op zoek naar een relatie. Tijdens een van onze korte gesprekjes vroeg hij me wat ik voor werk deed. Ik antwoordde dat ik in theaters werkte en veel van huis was. „Hoe moet dat dan met kinderen?” vroeg hij. Ik schrok. Waar bemoei je je mee, dacht ik. Maar de vraag bleef hangen, het gesprek schudde me wakker.

Ongeveer een maand later had ik een nieuw huis; de eerste stap richting een georganiseer- der leven. Ik liet mijn waszak op de grond van de wasserette ploffen en zei enthousiast: de laatste keer! De dame die vervolgens met mij afrekende, vroeg of ze mijn nummer mocht hebben. „Het is voor mijn baas”, zei ze. Ze bedoelde Masud.”

Een romantische ontmoeting is een ding, maar hoe ontwikkelt het contact zich vervolgens? Volgens Lopez moet je jezelf een beetje kunnen vergeten. Als je echt geraakt wilt worden, moet de kritische bril af en je moet je laten meevoeren. Maar hoe doe je dat? Lopez: „Het is net zoiets als loslaten, accepteren of genieten: dat gaat niet op basis van wilskracht of discipline. Het is een gevoelstoestand van ontspanning en aandacht voor het nu. Die ontstaat pas als het geforceerde zoeken naar een specifiek resultaat niet langer centraal staat.” Dat bereik je door risico te nemen, mensen aan te spre- ken, eerlijker en minder sociaal wenselijk te zijn en lastige of gevoelige vragen te durven stellen. „Alles wat echt contact stimuleert”, legt Lopez uit.

Een 24/7-singles bar in je broekzak

Maar ligt de drempel om voor slechts een iemand te kiezen niet een stuk hoger in een tijd van eindeloze online mogelijkheden? Komiek en schrijver Aziz Ansari zegt er in zijn boek Modern Romance (2015) het volgende over: „Als je een smartphone bezit, draag je een 24/7-singles bar in je broekzak. Druk op een paar knoppen op een willekeurig moment van de dag en je wordt direct opgeslokt door een oceaan aan romantische mogelijkheden.”

Er zijn vier belangrijke factoren die de aantrekkingskracht tussen mensen bepalen, zegt Esther Kluwer, bijzonder hoogleraar Duurzame relaties en welzijn aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Nabijheid, gelijkheid, wederkerigheid en fysieke aantrekkingskracht. „Om iemand leuk te vinden moet je hem of haar vaak tegenkomen. Verder vinden we iemand aantrekkelijker als hij of zij overeenkomsten met ons vertoont. Dat bevestigt ons zelfbeeld, ons wereldbeeld en het vermindert de kans op spanning en conflicten. Bij aantrekkelijkheid speelt lichaamstaal een grote rol. Door bijvoor- beeld oogcontact, fysieke afstand, aanraking en handgebaren maken we duidelijk dat we interesse hebben en daarmee kunnen we ook de signalen van de ander beantwoorden.”

Als lotsbestemming voelen

In de eerste drie factoren kan het internet ruimschoots voorzien: ‘tegenkomen’ kan makkelijk en frequent online plaatsvinden, op een profiel kun je bepaalde voorkeuren aangeven om zo overeenstemming te vinden en op apps als Tinder is de wederkerigheid leidend: enkel bij wederzijds interesse is er een match. Maar de vierde factor, de fysieke aantrekkelijkheid, blijkt knap lastig online te beoordelen. „Je mist in online interacties cruciale informatie zoals geur, het hele uiterlijk en non-verbaal gedrag”, legt Kluwer uit. „Ook sluit je online wellicht potentiële partners uit op allerlei criteria, terwijl je ze in het echte leven wel aantrekkelijk zou kunnen vinden.”

„Online zou ik Masud nooit als match hebben beschouwd”, beaamt Rahman. Masud was zelf niet bezig met online daten. Ten tijde van zijn ontmoeting met Jeannie waren zijn ouders in Bangladesh op zoek naar een huwelijkskandidaat. Daarom tastte hij direct door bij haar. Na een paar maanden reisden ze naar Bangladesh. Ze trouwden daar en wonen inmiddels met hun twee kinderen in Amsterdam.

Kan het ontmoetingsverhaal zo goed zijn dat je sneller geneigd bent om voor iemand te kiezen? Lopez denkt van wel. „Als het als een lotsbestemming voelt, dan draagt dat zeker bij aan de wil om het tot een succesverhaal te maken.”Daarbij gedijt liefde bij een zekere mate van beperking, volgens Lopez. „Vrijheid en een oneindig aanbod aan potentiële partners stimuleren hoge verwachtingen en een eindeloze zoektocht naar de ideale partner of relatie. Als de mogelijkheden beperkt zijn, ben je eerder geneigd dankbaar te zijn dat die persoon in je leven is en wil je sneller iets van je relatie maken.”

Die beperking kan er ook een in tijd of ruimte zijn. Het vliegtuig van Els Knaapen is daar een goed voorbeeld van. „Doordat Niels en ik op een korte vlucht zaten, wisten we allebei dat we een hele beperkte tijdsspanne hadden om actie te ondernemen”, vertelt Knaapen.„Kom es af”, zei Niels toen ze waren geland.„ Waar af, dacht ik”, lacht Knaapen. Ze begreep uiteindelijk wat hij bedoelde en gaf hem haar naam zodat hij haar op kon zoeken op Facebook. Ruim twee jaar later emigreerde Knaapen naar België, waar ze nog altijd met Niels samenwoont.

Categorieën
Actueel Artikelen

Je kunt nooit meer ongestraft onredelijk zijn

Laatste deel in een korte serie over hoe jongeren omgaan met rouw en verlies. Vandaag: Jojanneke van den Bosch. Zij verloor beide ouders. „De omgeving kan een stukje van de rol van ouders overnemen. Niets doen is in elk geval nooit goed.”

Door: MARIEKE POELMANN

Hoe is het om jong je ouders te verliezen en hoe kan de omgeving van een wees daar het beste mee omgaan? Communicatiedeskundige Jojanneke van den Bosch (39) geeft antwoorden op vragen als deze, vragen die mensen vaak niet durven te stellen. Want de dood is nog steeds taboe. Met haar website weeswijzer.nu en haar boek Zo, nu ben je wees wil Van den Bosch haar eigen ervaringen als weeskind gebruiken om anderen te helpen. Ze verloor haar vader en moeder vijf maanden na elkaar en kwam er op haar veertiende samen met haar zus alleen voor te staan.

„Weeskinderen vallen niet op in onze maatschappij omdat we een geconditioneerd beeld hebben bij een weeskind. Mensen denken aan Oliver Twist, Annie of Harry Potter. Iemand die heel zielig of heel stoer is. Bovendien is het vaak een taboe. Niet omdat weeskinderen zelf een taboe zijn, maar sterfelijkheid is dat wel. Als je hoort van je kind dat de moeder van een klasgenoot is overleden, denk je: verdorie, dat had ik kunnen zijn.”

Ik wil dat mensen weten hoeveel kinderen hun ouders verliezen in Nederland. Die cijfers heb ik zelf uitgerekend, het CBS had er nooit onderzoek naar gedaan. Later zagen ze daar blijkbaar toch aanleiding toe: in 2013 publiceerde het CBS dat er 34.000 wezen (beide ouders overleden) en halfwezen (één ouder overleden) onder de 18 jaar zijn in Nederland. Elk jaar komen daar volgens het CBS 6.000 (half)wezen bij. Maar als je 20 bent, ben je eigenlijk ook nog een kind. Wanneer je tot 23 jaar erbij rekent, komt er nog een kwart bij.

Verder lezen?

Categorieën
Actueel Artikelen

Ik knok omdat mijn moeder dat ook deed

Korte serie over hoe jongeren omgaan met rouw en verlies. Vandaag: Linda de Best. Zij verloor haar vader toen ze een kleuter was, en haar moeder bij een ongeluk. „Zie wat je wél hebt, niet wat je niet hebt.”

Door: MARIEKE POELMANN

Linda de Best (25) was pas vier jaar oud toen haar vader zijn leven beëindigde door voor de trein te springen. Zelf leed ze op dat moment aan leukemie. Linda bleef samen met haar moeder achter, en genas van de leukemie. Ze groeide op als een gelukkig kind en had een hechte band met haar moeder. Totdat die vorig jaar door een auto werd aangereden. Haar moeder raakte in coma en overleed ook. Linda vertelt hoe het verlies van haar ouders haar leven bepaalt, toen en nu.

„Op de kleuterschool stak ik mijn vinger op en zei ik: ‘Mijn vader is dood’. Ik werd de klas uitgestuurd, andere kinderen mochten het niet horen. In de aantekeningen van mijn moeder vond ik dit voorval terug, zelf kan ik het mij niet meer herinneren. Mijn moeder hield in die tijd een dagboek bij. Ik vond de schriftjes pas na haar dood. Ik las dat ze soms ook wanhopig is geweest, dat heb ik nooit geweten. Het liefst had ik er met haar over willen praten.

Verder lezen? 

Categorieën
Artikelen

Zit je daar, met je thee en je cashewnoten

Renske van Vliet (25) is voor de eerste keer aan het vasten. Dat doet ze voor zichzelf, als compensatie na uitbundig carnaval vieren. „Maar misschien zit ik straks met Pasen wel anders in de kerk.”

Door: MARIEKE POELMANN

Boven de deur van de bontgekleurde studentenkamer van Renske van Vliet (25) hangt de paus. Met zijn handen in de lucht lijkt hij te vechten tegen de tijd; het is een klok. „Dat is een grapje hoor, ik ben niet zo’n grote fan van de paus dat ik ’m daarom in mijn kamer hang”, zegt Van Vliet lachend. Toch houden het geloof en katholieke tradities haar momenteel flink bezig. Van Vliet is katholiek opgevoed, komt uit het kleine Brabantse dorp Herpen en viert al haar hele leven enthousiast carnaval. Traditioneel gezien volgt op carnaval een periode van veertig dagen vasten. Daar deed Van Vliet nooit aan mee, tot dit jaar.

Verder lezen? 

Categorieën
Artikelen

Expositie als kat die zich verstopt: 41 jaar Poezenkrant

Een historisch overzicht van de 41-jarige Poezenkrant, een van Nederlands opmerkelijkste bladen, is te zien in de Openbare Bibliotheek Amsterdam.

Door: MARIEKE POELMANN

7 februari bestond De Poezenkrant precies 41 jaar. Een eigenzinnig tijdschrift waarvan je niet eens met zekerheid kan zeggen of het wel een krant is. De poes staat centraal, maar wie op zoek is naar verzorgingstips of heldere informatie komt bedrogen uit. De Poezenkrant staat vol met foto’s, tekeningen en berichten waarin poezen voorkomen maar de toon is onsentimenteel en soms zelfs ironisch. Lezersbrieven spelen een grote rol en sommige onderwerpen kunnen gemakkelijk twintig jaar doorkabbelen. Zoals bijvoorbeeld de zoektocht naar snorharen van een verstokt verzamelaar.

Verder lezen?

Categorieën
Artikelen

Glamorous? Een model is ook maar gewoon een zzp’er

Vandaag begint de fashion week in modemekka Milaan. Modellen paraderen in de allerduurste kleren over de catwalk. Zelf worden ze er niet altijd rijk van. Wie komen er voor hún belangen op?

Door: MARIEKE POELMANN

Modellen van over de hele wereld bevolken vanaf vandaag de catwalks in Milaan. Daar begint de fashion week, met shows van grote merken als Gucci, Prada, Versace en Armani. De kleding die de modellen dragen is voor de meeste mensen niet te betalen. Voor het model zelf waarschijnlijk ook niet, soms houdt ze zelfs helemaal niets over aan het lopen van een show. Wie zich vergaapt aan het langbenige leger dat over de catwalk paradeert, realiseert zich misschien niet dat hij niet alleen maar naar modellen kijkt. Hier lopen ondernemers.

Verder lezen?

Categorieën
Artikelen

next.checkt: ‘Huiselijk geweld gaat vaak samen met de mishandeling van huisdieren’

De aanleiding
Een zwangere vrouw van 22 wordt geslagen door haar vriend. Maar ze durft het huis niet te ontvluchten omdat de vriend dreigt haar kat te vermoorden.

Waargebeurd? Ja, zegt opvanginstelling Kadera. Daar zien ze dit soort gevallen regelmatig binnenkomen. In gezinnen waar sprake is van huiselijk geweld, worden vaak ook huisdieren mishandeld, schreef staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PvdA) onlangs in een brief aan de Tweede Kamer. Omgekeerd geldt volgens hem: de aanwezigheid van mishandelde dieren kan soms een signaal zijn van geweld tussen gezinsleden. Klopt dat? We checken de uitspraak: „Geweld in huiselijke kring gaat vaak samen met de mishandeling van huisdieren.”

Door: MARIEKE POELMANN

Verder lezen?

Categorieën
Artikelen

next.checkt: ‘Steeds meer Amsterdamse studentes lijden aan drunkorexia’

De aanleiding
‘Drunkorexia’ wordt het genoemd: wel bier drinken, niet eten. Anders word je dik en voldoe je niet aan het schoonheidsideaal. Amsterdamse meisjes zouden zo tijdens hun studententijd op gewicht blijven, of afvallen. Volgens Het Parool is het een groeiend fenomeen in Amsterdam. Wij checken de bewering uit die krant: ‘Steeds meer Amsterdamse studentes lijden aan drunkorexia.’

Door: MARIEKE POELMANN

Verder lezen?

Categorieën
Artikelen

De abonnees miauwen niet

Onvoorspelbaar als de poes zelf wordt niet het 40-jarig maar het 41-jarig bestaan van De Poezenkrant gevierd. Zaterdag was de feestelijke opening van de overzichtstentoonstelling in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Speciaal voor de gelegenheid is er de lancering van de heruitgave van Het Grote Boek van De Poezenkrant (1974-2004) met daarbij voor het eerst Het Supplement (2004-2014). Met hoogte- en dieptepunten uit alle verschenen edities.

Door: MARIEKE POELMANN

In het Theater van ‘t Woord in de bibliotheek komen drie zangeressen en een contrabassist het toneel op. Er klinkt een driestemmig „miauw, miauw, miauw”. Het voor de gelegenheid samengestelde PoKra Ensemble zingt, hoe kan het ook anders: ‘Everybody wants to be a cat’. 

Maar wat is De Poezenkrant? Een eigenzinnig tijdschrift van directeur en uitgever Piet Schreuders. De poes staat centraal, maar wie op zoek is naar verzorgingstips of heldere informatie komt bedrogen uit. Schreuders neemt op het podium wat verlegen een daverend applaus in ontvangst. „Dit is eigenlijk De Poezenkrant, het zinderen van de zaal.” Het tijdschrift komt uit de mensen voort; lezersbijdragen zijn essentieel en het plezier van de lezers is voelbaar. Bij zielige verhalen klinkt het „aaah”, bij grappige poezenanekdotes wordt hardop gegniffeld. Het is meer dan een tijdschrift, eerder een exclusief genootschap. Een abonnement wordt afgeraden omdat het ‘nieuws’ vaak oud is, je nooit weet wanneer je een nieuw nummer kunt verwachten en de foto’s vaak „onduidelijk en amateuristisch” zijn. Maar wie de onregelmatige verschijning en het ontmoedigingsbeleid om tot een abonnement over te gaan weet te trotseren, hoort bij de club. Er ontstond zelfs een run op kaartjes voor het openingsevenement, het gerucht gaat dat iemand het gratis kaartje op de zwarte markt zou hebben verkocht.

De zaal is gevuld met voornamelijk dames en heren van middelbare leeftijd; fans van het eerste uur. Zoals schrijver Thomas Verbogt, hij is vanaf 1978 abonnee. Hij voelt zich bevoorrecht en omschrijft De Poezenkrant als „een van de troostrijkste publicaties in Nederland”. Als De Poezenkrant wordt bezorgd, laat Verbogt ’m altijd een halve dag in de envelop zitten. De krant wordt geadresseerd aan de poes, op de envelop staan ook de namen van eventueel reeds overleden katten. „Pas als m’n vriend hem binnen heeft, maak ik het tijdschrift open. Samen bespreken we iedere bladzijde, de verschijning van een nieuw nummer is een piek in onze conversaties.”

Een onsentimenteel tijdschrift

Het begon allemaal in 1974 met De Rode van Plezier; de kat van een ex-geliefde van Schreuders. De Rode werd ziek en moest naar de dierenarts. Schreuders, van huis uit grafisch ontwerper, hield van brieven schrijven en vond het leuk om voor vrienden en familie kleine krantjes te maken. Zo deed hij uitgebreid verslag van het dierenartsbezoek met de kop: ‘Crisis bij Rode voorbij, Aziaat heelt’. Schreuders: „Ik maakte daarbij twee grote fouten: ik zette er ‘De Poezenkrant’ boven en gaf het een nummer. Dat was een vlaag van verstandsverbijstering, veel te pretentieus.” Het schiep verwachtingen en mensen vroegen om meer nummers. Schreuders is nooit van plan geweest een groot commercieel succes op te zetten, maar raakte mensen met de toon van De Poezenkrant. „Ik wilde op een onsentimentele manier over poezen schrijven. Dat sprak mensen kennelijk aan.”

De directeur van De Poezenkrant schrijft als fictief figuur P. Schreuders norse stukjes in de krant. Bijvoorbeeld over de administratieve rompslomp en de onzekerheid wanneer een nieuw nummer verschijnt. Schreuders: „Men moet zich realiseren dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is als je abonnee van De Poezenkrant bent, er zitten haken en ogen aan.” Toch heeft Schreuders wel een beetje spijt dat hij de fictieve directeur zijn eigen naam heeft gegeven. „Ik word ermee vereenzelvigd, daar moet ik maar mee leven.”

Midas Dekkers, een van de eregasten, vertelt dat De Poezenkrant eigenlijk voor de poes is. De Poezenkrant bestaat dan misschien 41 jaar, een poes denkt elke dag dat hij jarig is volgens Dekkers. „De krant lezen kunnen ze ook, dat doen ze met hun gat. Als ze willen dat je de bladzijde omslaat, zwaaien ze met hun staart.”

Soms A3, dan weer een mini-uitgave

Het is even zoeken naar de expositie. Zoals een poes achter de boekenkast schuilt, dringen ook de vitrines met 41 jaar kattenpublicaties zich niet op. De expositie bevindt zich op de tweede, derde, vierde en vijfde etage en sluit aan bij het genre boeken dat daar staat. Op de tweede etage bevinden zich strips en romans. Daar liggen bijdragen aan De Poezenkrant van onder anderen schrijvers Willem Frederik Hermans en Rudy Kousbroek. De handgeschreven briefkaarten van Hermans uit Parijs ontroeren; op de voorkant ouderwetse poezenplaatjes, achterop de mededeling dat over de geheime poezentaal niets prijsgegeven mag worden.

Het meest opvallende onderdeel van de tentoonstelling zijn vitrines veertien en vijftien op de vierde etage. Schreuders liet zich voor De Poezenkrant inspireren door uiteenlopende publicaties en imiteerde erop los. Ook deze krant stond model, net als National Geographic. Zelfs de Gouden Boekjesreeks werd geïmiteerd, met illustraties van de onlangs overleden tekenaar Peter Pontiac. In vitrine zestien zijn de originele tekeningen van Pontiac te bewonderen. Een doorsnee Poezenkrant bestaat niet, maar wie een goede indruk wil van het tijdschrift, vindt op de vijfde etage een greep uit de verschenen nummers. Schreuders: „Het is heel erg irritant als je meerdere poezenkranten wil bewaren. De een is A3, de ander een klein boekje. Het is een hoofdpijndossier, dat heeft iets kafkaësks.”

De tentoonstelling is onmisbaar als je van De Poezenkrant houdt, onbegrijpelijk als je meer met honden of cavia’s hebt. Maar zelfs dan is de expositie een bezoekje waard, al was het alleen maar om de evolutie van het drukproces, de hilarische lezersbrieven, of de handgemaakte bijdragen van beroemdheden te bekijken.

 

Categorieën
Artikelen

Op een wandelend eiland

Het waddeneiland Rottumeroog is voor het eerst onbewoond. In de winter kan het er zo hard waaien dat je er niet eens op mag. Het landschap verandert, waardoor de toekomst ongewis is.

Door: MARIEKE POELMANN

„Dit was mijn kamer.” Vogelwachter Henk Mellema loopt al wijzend naar het huisje toe. Al is huis misschien een groot woord, het grijze vierkante gebouw lijkt meer op een bouwkeet. „Woonunit”, verbetert collega-vogelwachter Tim van Nus. Hij zet zijn handen tegen het raam en kijkt naar binnen. In wat ooit de woonkamer was, staan matrassen tegen de muur. Daarnaast opgestapelde verhuisdozen en een tafel op zijn kop.

Verder lezen?

Categorieën
Artikelen

Hier gebeurt wat de natuur wil

Rottumeroog is overgelaten aan de elementen. De laatste vogelwachters maken zich zorgen.

Door: MARIEKE POELMANN

„Dit was mijn kamer.” Vogelwachter Henk Mellema loopt al wijzend naar het huisje toe. Al is huis misschien een groot woord, het grijze vierkante gebouw lijkt meer op een bouwkeet. „Woonunit”, verbetert collega-vogelwachter Tim van Nus. Hij zet zijn handen tegen het raam en kijkt naar binnen. In wat ooit de woonkamer was, staan matrassen tegen de muur. Daarnaast opgestapelde verhuisdozen en een tafel op zijn kop.

Verder lezen? 

Categorieën
Artikelen

‘Oh merde, het is niet waar!’

Julien Guillot (39) maakt infographics bij Libération. Zijn krant is nauw verbonden met Charlie Hebdo.

Door: MARIEKE POELMANN

„Onze redacties liggen dicht bij elkaar. Redacteuren en cartoonisten van Charlie Hebdo kwamen in 2011 bij ons werken nadat hun gebouw na een aanslag was afgebrand. Dat was na hun cover met ‘Sharia Hebdo: de profeet als gastredacteur’. Le Monde gaf computers, wij gaven ze werkruimte. Charlie Hebdo is een beetje het neefje van Libé.

Verder lezen?