Categorieën
Actueel Artikelen

Je kunt nooit meer ongestraft onredelijk zijn

Laatste deel in een korte serie over hoe jongeren omgaan met rouw en verlies. Vandaag: Jojanneke van den Bosch. Zij verloor beide ouders. „De omgeving kan een stukje van de rol van ouders overnemen. Niets doen is in elk geval nooit goed.”

Door: MARIEKE POELMANN

Hoe is het om jong je ouders te verliezen en hoe kan de omgeving van een wees daar het beste mee omgaan? Communicatiedeskundige Jojanneke van den Bosch (39) geeft antwoorden op vragen als deze, vragen die mensen vaak niet durven te stellen. Want de dood is nog steeds taboe. Met haar website weeswijzer.nu en haar boek Zo, nu ben je wees wil Van den Bosch haar eigen ervaringen als weeskind gebruiken om anderen te helpen. Ze verloor haar vader en moeder vijf maanden na elkaar en kwam er op haar veertiende samen met haar zus alleen voor te staan.

„Weeskinderen vallen niet op in onze maatschappij omdat we een geconditioneerd beeld hebben bij een weeskind. Mensen denken aan Oliver Twist, Annie of Harry Potter. Iemand die heel zielig of heel stoer is. Bovendien is het vaak een taboe. Niet omdat weeskinderen zelf een taboe zijn, maar sterfelijkheid is dat wel. Als je hoort van je kind dat de moeder van een klasgenoot is overleden, denk je: verdorie, dat had ik kunnen zijn.”

Ik wil dat mensen weten hoeveel kinderen hun ouders verliezen in Nederland. Die cijfers heb ik zelf uitgerekend, het CBS had er nooit onderzoek naar gedaan. Later zagen ze daar blijkbaar toch aanleiding toe: in 2013 publiceerde het CBS dat er 34.000 wezen (beide ouders overleden) en halfwezen (één ouder overleden) onder de 18 jaar zijn in Nederland. Elk jaar komen daar volgens het CBS 6.000 (half)wezen bij. Maar als je 20 bent, ben je eigenlijk ook nog een kind. Wanneer je tot 23 jaar erbij rekent, komt er nog een kwart bij.

Verder lezen?

Categorieën
Actueel Artikelen

Ik knok omdat mijn moeder dat ook deed

Korte serie over hoe jongeren omgaan met rouw en verlies. Vandaag: Linda de Best. Zij verloor haar vader toen ze een kleuter was, en haar moeder bij een ongeluk. „Zie wat je wél hebt, niet wat je niet hebt.”

Door: MARIEKE POELMANN

Linda de Best (25) was pas vier jaar oud toen haar vader zijn leven beëindigde door voor de trein te springen. Zelf leed ze op dat moment aan leukemie. Linda bleef samen met haar moeder achter, en genas van de leukemie. Ze groeide op als een gelukkig kind en had een hechte band met haar moeder. Totdat die vorig jaar door een auto werd aangereden. Haar moeder raakte in coma en overleed ook. Linda vertelt hoe het verlies van haar ouders haar leven bepaalt, toen en nu.

„Op de kleuterschool stak ik mijn vinger op en zei ik: ‘Mijn vader is dood’. Ik werd de klas uitgestuurd, andere kinderen mochten het niet horen. In de aantekeningen van mijn moeder vond ik dit voorval terug, zelf kan ik het mij niet meer herinneren. Mijn moeder hield in die tijd een dagboek bij. Ik vond de schriftjes pas na haar dood. Ik las dat ze soms ook wanhopig is geweest, dat heb ik nooit geweten. Het liefst had ik er met haar over willen praten.

Verder lezen? 

Categorieën
Actueel Artikelen

In welke woorden zet ik het op Facebook?

Korte serie over hoe jongeren omgaan met rouw en verlies. Vandaag: Katja Renkers. Zij verloor haar ouders en broer nog geen jaar geleden bij de ramp met de MH17. Hoe een persoonlijk verlies publiek wordt via media en social media.

Door: MARIEKE POELMANN

Katja Renkers (20) was 19 toen haar ouders en broertje Tim vorig jaar omkwamen bij de ramp met het MH17-toestel. Ze woonde nog thuis. Omringd door foto’s van haar vader, moeder en broertje vertelt Katja vanuit haar ouderlijk huis hoe het is als je persoonlijke verlies publiek wordt via media en social media.

Veel plezier en Ik hou van je hebben we nog tegen elkaar gezegd in de familie-whatsappgroep. Tien minuten voor hun vertrek. Die whatsappgroep heb ik maar twee keer durven openen na 17 juli. Een week na de ramp stond alles er nog in. Een paar maanden later de melding dat mijn moeder uit de groep was verwijderd en mijn broertje de groep had verlaten. Ik schrok. Nog steeds begrijp ik het niet. Het moet betekenen dat iemand anders hun nummer of telefoon gebruikt. Waarom zou je dat doen? En hoe kan het dat zo’n telefoonnummer gewoon nog werkt?

Ik huilde toen ik ze wegbracht. Stom vond ik dat, ik zou ze toch gewoon over vier weken weer zien? Mijn eigen vakantie met vriendinnen was al geboekt, anders was ik met ze meegegaan. Bij het wegrijden keek ik nog een laatste keer naar Tim en mijn ouders in de achteruitkijkspiegel. Bijna reed ik tegen een andere auto aan. Gelukkig zag mijn vader het niet, ik reed in zijn leaseauto. Ze waren bezorgd of ik wel veilig thuis zou komen vanaf Schiphol met die auto. Was ik maar bezorgd om hen geweest.

Verder lezen? 

Categorieën
Actueel Artikelen

Ik wil niet onverschillig zijn

Korte serie over hoe jongeren omgaan met rouw. Vandaag deel twee: Ingrid Burggraaff. Zij verloor haar ouders en broer bij het vliegongeluk in Tripoli. Ingrid moest eerst de rampplek zien om hun dood te kunnen beseffen.

Door: MARIEKE POELMANN

Ingrid Burggraaff (35) verloor haar ouders en jongere broer bij de vliegramp in Tripoli. Als enige van het gezin bleef Ingrid achter. Ze besloot vijf dagen na de ramp zelf naar Libië af te reizen en vertelt hoe dat bezoek haar hielp om de realiteit onder ogen te zien.

„Ik wilde naar ze toe. De regering raadde het ons af, maar ik moest bij ze zijn. Ik wilde mijn vader, moeder en broertje niet alleen laten daar, ver weg, in dat vreemde land. Vijf dagen na het ongeluk zat ik in het vliegtuig naar Tripoli. De identificatiegegevens had ik in de dagen daarvoor aan de familierechercheurs doorgegeven en er was DNA-materiaal bij me afgenomen, ik kon weg. Ik werk voor een internationaal bedrijf en mijn collega’s hadden ervoor gezorgd dat mijn vlucht en visum geregeld waren. Bij aankomst op het vliegveld in Tripoli was het chaos. Ik vond het zo erg dat het daar was gebeurd, niets voor mijn ouders. De vakantie naar Zuid-Afrika was niet iets wat ze zomaar deden. Het was de tweede keer dat ze buiten Europa kwamen en alles werd zorgvuldig bedacht en voorbereid. Tripoli had slechts een tussenlanding voor ze moeten zijn. Op het vliegveld hing een vijandige sfeer. Een vervallen aankomsthal met gewapende mannen. Mijn man en ik werden in een kamertje geplaatst. „Wat doe ik hier?”, dacht ik. Ik probeerde uit te leggen waar we voor kwamen, maar niemand sprak Engels. Uiteindelijk bleken onze visa gewoon klaar te liggen achter de douane. Daar ving het bedrijf Kenyon Disaster Management ons op. Ze hadden zelfs een Nederlandse tolk geregeld.

Verder lezen?

Categorieën
Actueel Artikelen

Misschien had ik me wel een dag vergist

Vandaag is het vijf jaar geleden dat in Tripoli een vliegtuig neerstortte. Marieke Poelmann verloor daarbij haar ouders en schreef er een boek over. Voor nrc.next interviewt ze lotgenoten. Deze week: Maryam Massarrat die tijdens haar vakantie hoorde dat haar vader in datzelfde vliegtuig zat.

Door: MARIEKE POELMANN

Het is vandaag 12 mei. Precies vijf jaar na de vliegramp in Tripoli waarbij 103 inzittenden om het leven kwamen. Zeventig van hen waren Nederlanders, die op de terugweg waren van hun vakantie in Zuid-Afrika. Eén van hen was de vader van Maryam Massarrat (35). We ontmoeten elkaar in Amsterdam en praten over het eerste moment waarop je hoort dat het vliegtuig is neergestort.

Een van de eerste dingen die mensen mij vragen, is hoe ik vijf jaar geleden over het ongeluk hoorde. Wat gebeurde er die dag bij jou?

„Op 12 mei 2010 was ik met mijn zusje op vakantie bij mijn oma in Iran. Ik zou een nacht alleen gaan logeren bij mijn oom. Om 23.00 uur ’s avonds kwam ik daar aan, maar verder dan de tuin ben ik niet gekomen. Mijn familie stond mij buiten op te wachten. ‘Waarom gaan we niet naar binnen?’ vroeg ik. Ze hielden me tegen. Niet echt een hartelijke ontvangst, dacht ik nog. ‘We moeten je iets vertellen, er is iets ergs gebeurd’, zei mijn oom. Ik vroeg of het mijn moeder was, of mijn zusje. ‘Is het papa?’ vroeg ik uiteindelijk. ‘Is zijn vliegtuig neergestort?’ Ik wist dat mijn vader die dag terug zou komen van zijn vakantie in Zuid-Afrika. Toen mijn oom ja zei, werd ik duizelig. Ik voelde een bepaalde stilte in mijn hoofd, alles ging langs me heen. Ik hield me vast aan het eerste dat binnen handbereik was, een geparkeerde auto bedolven onder het stof. Ik moest me ergens aan vasthouden. We keerden direct om, terug naar mijn oma en mijn zusje. Mijn familie had diezelfde nacht nog een vlucht terug naar Nederland voor ons geboekt.

Ze hebben het mij zo laat mogelijk verteld, net op tijd om het vliegtuig te halen.”

Verder lezen?