Wat kinderen doormaken als ze hun ouders verliezen. Vliegramp bij Tripoli (2010) trof Marieke Poelmann
“Wat gebeurt er eigenlijk met mij als jullie doodgaan?” Journaliste Marieke Poelmann (1988) was nog maar een kind toen ze dit op een avond aan tafel vroeg. “We hadden onze vla bijna op. Los van het getik van lepels in bakjes was het stil aan tafel.” Haar ouders schoven wat ongemakkelijk op hun stoelen heen en weer en zelfs haar broers Boris en Sándor hielden eindelijk hun mond. “Mama en ik hebben een testament opgesteld, bij notaris Jissing. Daar staat alles in.” De kleine Marieke knikte begrijpend, alsof ze om de haverklap aktes doornam, statutenwijzigingen doorvoerde en nalatenschappen opstelde. Maar het ging haar om iets anders: “Wie zorgt er dan voor míj?”
De Poelmannen waren een doorsneegezin. Vader Poelmann werkte als belastingadviseur, moeder Poelmann-Staal was lerares van groep 4 op de basisschool van Luttenberg. Een stel dat in een mooi huis in Zwolle woonde, de maaltijd besloot met een bakje vla, en trouw ieder jaar Sinterklaas vierde met de drie kinderen.
Maar op 5 december 2010 worden de cadeautjes zonder de ouders uitgepakt. Een half jaar eerder is het echtpaar niet teruggekeerd van een groepsrondreis in Zuid-Afrika. Ze zijn verongelukt bij de vliegramp bij het Libische Tripoli. Als alle gedichten zijn voorgelezen en de surprises zijn uitgepakt, is het twintiger Marieke die opmerkt dat ze het fijn vindt ‘dat iedereen de verleiding heeft kunnen weerstaan om een vliegtuigwrak te knutselen’.
Galgenhumor als overlevingsstrategie. In het indringende ‘Alles om jullie heen is er nog. Het verhaal van een nabestaande’ is het niet de laatste keer dat Marieke Poelmann zich met een dosis zwarte spitsvondigheden door het leven probeert te slaan. Vaker laat ze zich meeslepen door haar verdriet en flirt ze zelf met de dood.